De oorsprong van het Wiltshire Horn ras moet gezocht worden in Wiltshire: een oud graafschap in het zuidwesten van Engeland. Hoe ze daar gekomen zijn is niet helemaal duidelijk, zoals trouwens bij alle tamme schapenrassen. Opgravingen van een Romeins-Britse boerderij in Rockbourne en andere stenen tijdperk locaties in Wiltshire wijzen op de aanwezigheid van soortgelijke schapen, die slechts 2 stond centimeter korter waren dan de moderne Wiltshire. Velen beweren dat ze geïntroduceerd zijn door de Romeinen, anderen zeggen dat de Feniciërs ze ruilden voor koper en tin uit de mijnen van Zuid-West Engeland, maar bewijzen zijn er niet gevonden. Heel waarschijnlijk stamt het ras rechtstreeks af van het wilde schaap: de Europese Moeflon. Deze komt nu nog steeds vrij in de natuur voor op Sicilië en Sardinië en begint, na herintroductie, ook op het Europese vasteland zijn intrede te maken.
Pas in de 18e eeuw wordt er in een reisverslag van de schrijver “Luccock” een beschrijving gegeven van de Wiltshire Horn: “het zal de reiziger opvallen hoe goed de schapen die in de lage weiden grazen aangepast zijn aan de bodem. Deze boederijen hebben een dier nodig dat lenig en actief is; dat op korte tijd grote afstanden kan afleggen zonder daarbij schade op te lopen; dat zonder moeite kan klimmen; dat de hitte van de zomer kan verdragen zonder schuilhok en dat kan overleven op het onkruid dat het kan vinden op de verdorde weiden……”
Tot aan het einde van de 18de eeuw was de Wiltshire Horn het belangrijkst ras in Zuid-Engeland: volgens verschillende schattingen bedroeg hun aantal in Zuid-Oost-Wiltshire alleen al 500.000 stuks en in de ganse Downs en weiden van Wiltshire zeker 700.000. Toch is het ras in verval geraakt tijdens deze eeuw omdat door de stijging van de wolprijzen men koos voor wolschapen. Het ras had hiervan zodanig te lijden tot het bijna uitgestorven was begin 1900.
Zaterdag 13 januari 1923 was een grote dag in de geschiedenis van de Wiltshire Horn schapen. Toen werd de “Wiltshire Horn Breed Society”, in Engeland opgericht. In de jaren ’60 en ’70 was er opnieuw een daling van de populariteit van de Wiltshire Horn, omdat de waarde van pelzen van andere rassen enorm steeg. Begin jaren ’80 waren er nog 45 geregistreerde dieren.
De resterende fokkers van de Wiltshirehorn hebben het ras echter in leven gehouden, tot de komst van kleding gemaakt van kunststof materialen een kentering betekende. De wolprijzen daalden spectaculair en momenteel dekken de gemaakte kosten voor de productie van wol niet meer de opbrengst ervan. Economisch ligt de focus enkel bij de vleesproductie, wat automatisch leidt tot een toename van de populariteit van de minder-wol rassen. De Wiltshire Horn is daarom nu wereldwijd in opgang in de veeteelt.