't Hulshof

Rasbeschrijving

Groei

Een volwassen ram weegt ca. 125 kg, een volwassen ooi ca. 75 kg. Dit grote gewichtsverschil is een typische eigenschap van oude cultuurrassen. Het gemiddelde geboortegewicht ligt tussen de 4,8 en 5,5 kg, het percentage grootgebrachte lammeren is 190%. Het gemiddelde gewicht op een leeftijd van 8 weken bedraagt 21 tot 24 kg en daaruit volgt een groei van 300 tot 340 gram per dag. Al deze cijfers hebben betrekking op de omstandigheden in Groot-Brittannië dus uitsluitend gevoed met gras, zonder krachtvoer. De Wiltshire horn is daarom ook uitermate geschikt als vleeslamvader- of moederdier.

De hoorns

Bij de Wiltshire Horn zijn zowel de rammen als de ooien gehoornd. De hoorngroei gaat direct na de geboorte in een hoog tempo van start. Het ziet er indrukwekkend uit maar in de praktijk blijkt er van agressiviteit nauwelijks sprake en gevaar gespiest te worden is er helemaal niet. Ten opzicht van vreemden zal een Wiltshire Horn eerder omtrekkende bewegingen maken. Ten opzicht van elkaar kan men bij voldoende weidegang hetzelfde constateren. Alleen wanneer de ooien in een te kleine loopstal zijn gehuisvest gaan ze knokken om de rangorde. Volgroeide hoorns vormen ook een uitstekend handvat!

Gehoornde rassen zijn winterhard, gedijen in moeilijke omstandigheden en hebben gemiddeld grotere karkassen. Hoornloze schapenrassen werden in eerste instantie gefokt om het scheren makkelijker en veiliger te maken. Aangezien de Wiltshire Horn niet hoeft geschoren te worden, zijn de hoorns geen probleem.

Kortwolligheid

Gemaksschaap

De belangrijkste eigenschap van de Wiltshire Horn is de extreme kortwolligheid. De wol groeit het hele jaar en valt bij voldoende warmte doorlopend uit. Scheren is dus absoluut niet nodig! Bij kou ontwikkelt de Wildshire Horn een wintervacht van hooguit 2cm lengte. Doordat de Wiltshire Horn wel de normale hoeveelheid wolvet produceert is de vacht volledig waterdicht. In het voorjaar laat de wintervacht los maar per individu zijn tijdstip en tempo heel verschillend. Wanneer de omgeving rijk aan vogels is verdwijnt bijna alle wol nestwaarts. WH-lammeren worden met wol geboren maar beginnen die te verliezen als het moment van slachtrijpheid nadert. De extreem korte wintervacht maakt het stalmanagement tot een lust. Zonder winterscheer zijn de uiers en vulva schoon en zichtbaar, de ooien hebben een prima voeropname, geen last van ongedierte en ze kunnen zonder enig bezwaar in de winter buiten blijven.

Geen myiasis

Naast het al genoemde voordeel van gemakkelijk stalmanagement verlost de extreme kortwolligheid de schapenhouder van nog meer ellende, met name myiasis, een aantasting die wordt veroorzaakt door de groene vleesvlieg. Zij legt bij warm weer (dagtemp. >22 graden) eitjes in de wol. Binnen enkele uren komen deze uit. De lichtschuwe maden kruipen in de wol en vreten de huid weg. Er ontstaan grote, vieze wonden en als het schaap niet binnen een paar uur wordt behandeld gaat het dood. De kans op myasis is bij de Wiltshire Horn zeer klein. Behalve dat wolschapen aantrekkelijk zijn voor de groene vleesvlieg is de wolvacht een bron van nog meer narigheid. Niet alleen parasieten (schurft en luis) maar ook zaken als verwentelen en verdrinken zijn het rechtstreeks gevolg van de wolvacht.

Economisch voordeel

Winterscheer heeft naast het voordeel van een betere voeropname het nadeel van een ononderbroken stalperiode. Dit is allemaal nog te doen als de opbrengsten van de wolproductie zouden opwegen tegen de kosten. Niets is minder waar! Berekeningen in Engeland hebben uitgewezen dat de managementkosten bij kortwollige, zelfruiende schapen 50% lager liggen. Daar kan de wolprijs voorlopig niet tegenop. Zelfs in Engeland, dat altijd een bloeiende wolindustrie heeft gehad, beginnen de schapenhouders in te zien dat de wol op zijn best een quitte spelend en op zijn slechts een schadelijk bijproduct is. Zij krijgen oog voor de unieke mogelijkheid om de wol weg te fokken zonder in te leveren op de slachtkwaliteit. In de laatste jaren is een fors aantal grote Engelse schapenhouders zelfs overgestapt op zuivere Wiltshire Horns. Dat de Wiltshire Horn een gezond ras is dat jaarrond kan aflammeren en waarvan de lammeren probleemloos ter wereld komen, de ooien uitstekende moeders zijn en de levensduur extreem lang is (15 jaar is geen uitzondering), dat zijn van die prettige bijkomstigheden die je er gratis bij krijgt!

Kruisingen

Dankzij zijn genetische eigenheid en hybride eigenschappen is de Wiltshire Horn uitermate geschikt voor kruisingen met andere rassen om zo tot excellente eigenschappen te komen. Vooral de eigenschap om te ruien is een belangrijke beweegreden. Niet alleen is wol economisch van minder belang, bovendien zijn er aanwijzingen dat de huid van een ruischaap veel beter geschikt is voor lederproductie. De vererving van de kortwolligheid is niet helemaal duidelijk. Wanneer wolschapen gekruist worden met een Wiltshire Horn, zullen de lammeren bewold zijn, zij het niet allemaal in dezelfde mate. Kruislingen ruien meestal niet als lam, maar bij het ouder worden ontwikkelen ze jaar op jaar minder wol, die dan wel vanzelf afvalt Wie de kortwolligheid in zijn wolschapen wil vastleggen zal de eerste generatie nogmaals moeten kruisen met een Wiltshire Horn. Bij de tweede generatie is 50% van de ooien en 25% van de rammen ongehoornd, mits natuurlijk een ongehoornd wolras is gebruikt.

Het gehoornd zijn, is economisch zeker niet slecht. Door te schapen te hanteren via de hoorns in plaats van met de vacht voorkomt men bloeduitstortingen, wat kans geeft op afkeuring van het vlees.

Lopende projecten

  • Engeland: de “Easy Care” : dit is een kruising tussen de Wiltshire Horn en het Welsh Mountain Schaap en is zelfruiend, zonder horens. Het is geïmporteerd in Nederland.
  • Nieuw Zeeland: de Wiltipoll
  • Duitsland: hier loopt nu het “Nolana” project, opgezet door de Hogeschool Osnabrück met rammen van de Grote Haar en andere fokkers uit Nederland
  • Canada: de “Kathadin”
  • Nederland: vereniging van het ruischaap

Verspreiding

Engeland

Engeland en vooral Wiltshire is de bakermat van de Wiltshire Horn. Het stamboek is opgericht ​​op 13 januari 1923 door 40 boeren en kwekers in Newport Pagnellmet als doel het ras in ere te houden, om binnenlandse vraag en de export te stimuleren. De laatste 20 jaar is er een enorme export naar o.a Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Amerika, West-Indiëen het Europese vasteland.

Stamboek: Wiltshire Horn Sheep Society Ltd (WHSS)

Australië

De eerste Wiltshire Horn schapen werden ingevoerd in 1951. Naast 10-tallen geregistreerde beslagen zijn er ook verscheidene commerciële kudden. Gekruiste schapen zijn economisch zeer interessant, maar kunnen nooit terug in het Wiltshire Horn stamboek opgenomen worden. Alleen zuivere afkomst wordt aanvaard.

Stamboek: Australian Wiltshire Horn Sheepbreeders Association

Nederland

In 1991 kwam het eerste Wiltshire Horn transport in Nederland aan bij de “Groote Haar”. Inmiddels zijn ze van hieruit uitgewaaierd over heel Europa. De Nederlandse Wiltshire Horn fokkers zijn aangesloten bij de Vereniging voor Speciale Schapenrassen, welke overkoepelend werkt voor alle minder voorkomende schapen rassen. Alle voor de fokkerij ingezette dieren zijn geïnspecteerd en geregistreerd. De meeste leden doen mee aan de georganiseerde dierziekte-bestrijding.

Stamboek: VSS Vereniging voor Speciale Schapenrassen

Kwekers:

Sites:

 

België

In 2007 werd bij de Vlaamse overheid een aanvraag om erkenning ingediend en sinds 1 juni 2007 is de Wiltshire Horn een officiëel erkend Stamboekschaap. De stambomen van de schapen worden bijgehouden door de vzw Kleine Herkauwer Vlaanderen (KHV) en een groep enthousiaste kwekers werkt aan de uitbouw van het ras.

Stamboek: KHV Kleine Herkauwers Vlaanderen VZW

Kwekers: